Bij nader inzienTijdelijke bouwwerken mogen lelijk zijn

De Raad van State veegde met een pennenstreek bezwaren tegen een windmolenpark in het historische en open landschap van Groningen van tafel. Er is vergunning aangevraagd voor een exploitatietermijn van 30 jaar. Daarmee zijn de windmolens ‘tijdelijke bouwwerken’ en zulke bouwwerken behoeven niet te voldoen aan redelijke eisen van welstand.Hoogspanningsmast in de buurt van Meeden (Foto Tom Borger CC)

Er is veel te doen over grootschalige energieprojecten in Noord-Oost Nederland. Bij Sappemeer bouwt de Chinese projectontwikkelaar Chint Solar, met flinke SDE+ subsidie, het grootste zonnepark van Nederland met een omvang van maar liefst 230 voetbalvelden. Niet ver daarvandaan, in het Groninger Oldambt – volgens sommigen het mooiste landschap van Nederland, de titel werelderfgoed waard – komt een mega windmolenpark te staan: 35 molens in het plaatsje Meeden, bij Veendam.
Dat windmolenpark komt er via een zogenaamd ‘inpassingsplan’, een uitzonderlijke procedure uit de Wet ruimtelijke ordening, waardoor de rijksoverheid de bevoegdheid van gemeenten om een bestemmingsplan op te stellen kan overnemen. 

Veel omwonenden hebben grote bezwaren tegen dat windmolenplan. Natuurlijk waren er informatie- en inspraakbijeenkomsten in zaaltjes, maar even natuurlijk was er op die bijeenkomsten geen ruimte om de plannen in te trekken, maar slechts voor marginale aanpassingen. Volgens velen leidt het windmolenpark tot polarisatie tussen voor- en tegenstanders, verziekt het de sfeer en voedt het het toch al torenhoge ongenoegen over de rijksoverheid in de sidderende provincie Groningen.

252 Overwegingen
In januari verschenen de tegenstanders – twintig bewoners, stichtingen, organisaties en de stichting Tegenwind - bij de Raad van State om hun bezwaren toe te lichten. Er waren vertegenwoordigers van ministeries, de provincie Drenthe en twee gemeenten om hun besluit te verdedigen. De bezwaarmakers en Raad van State zijn niet over één nacht ijs gegaan. Er worden maar liefst 252 overwegingen aangedragen in de uitspraak van 29 mei, waarbij een stuk of twintig wetten, besluiten, internationale verdragen en regelingen betrokken zijn.

Uiteraard berust een deel van het bezwaar op de stelling dat de komst van het windmolenpark een aantasting betekent van de ruimtelijke kwaliteit. Het lijkt een belangrijk bezwaar, maar feitelijk zijn er verdraaid weinig juridische gronden waar je je dan op kan baseren. De stelling dat windmolens esthetisch onacceptabel zijn, en dus niet voldoen aan redelijke eisen van welstand, is met een onthutsende pennenstreek door de Raad van State van tafel geveegd: er is vergunning aangevraagd voor een exploitatietermijn van 30 jaar. Daarmee zijn de windmolens ‘tijdelijke bouwwerken’ en zulke bouwwerken behoeven niet te voldoen aan redelijke eisen van welstand. 

De consequentie van die redenering valt nog niet goed te overzien: elk bouwwerk heeft immers zowel een economische als een technische levensduur. Het is goed denkbaar dat iemand die een distributieloods in het landschap wil plaatsen, zijn gebouw in 25 jaar afschrijft en dus genoeg heeft aan een ‘tijdelijke’ vergunning voor de bouw, instandhouding en gebruik van het bouwwerk van 25 jaar. Exit welstand.

Landschap lijdt onder besluit
Veel aandacht hebben de bezwaarmakers gewijd aan het landschapsschoon en de cultuurhistorie van de Veenkoloniën. De historische belijning van het landschap wordt doorkruist, de openheid verdwijnt, de duisternis, de stilte, het reliëf en de groene dorpslinten: alles lijdt onder het besluit. Die stelling wordt door de Milieueffectrapportage bevestigd. Desondanks is gekozen voor een variant die zeer nadelige gevolgen heeft voor de landschappelijke openheid, vanuit de behoefte om de effecten van geluid, slagschaduw en landschap te minimaliseren. Er heeft, meent de Raad van State, een goed gemotiveerde, zorgvuldige afweging plaatsgevonden tussen het belang van grootschalige duurzame energieopwekking enerzijds en het terzijde schuiven van lokaal en provinciaal beleid anderzijds. Elke keuze is door de overheden goed onderbouwd waarbij in veel gevallen de nadelige gevolgen wel zijn onderkend, maar niet zo zwaar wegen dat ze het hogere doel in de weg staan. 
De Raad van State schrijft uitdrukkelijk dat het niet de bevoegdheid heeft om te beoordelen of het rechtscollege dezelfde afweging zou maken, maar uitsluitend of het bevoegd gezag ‘in redelijkheid’ de afweging kon maken die ze gemaakt heeft. Aangezien de onbetwiste cultuurhistorische waarden van het landschap niet vertaald zijn in harde monumentale beschermingsregimes, delven ook die waarden het onderspit bij de bestuurlijke afweging tussen ‘beschermen’ en ‘ontwikkelen’.

U raadt de uitkomst van de uitspraak wellicht al. Dan raadt u niet goed. De bezwaarmakers kregen gelijk, zij het op zeer ondergeschikte onderdelen, die via de digitale publicatie van het besluit gerepareerd konden worden. Als je de uitspraak leest krijg je haast het gevoel dat de Raad van State de bezwaarmakers alleen gelijk heeft gegeven om de overheid te dwingen de forse proceskosten van de tegenpartij te vergoeden, terwijl ze per saldo met lege handen staan.

Uitspraak: afdeling Bestuursrecht van de Raad van State 29-5-2019. ECLI:NL:2019:1781


 

Flip ten Cate | juli | 2019
Aanmelden voor de nieuwsbrief Federatie Ruimtelijke Kwaliteit kan via:http://www.ruimtelijkekwaliteit.nl/aanmelden-nieuwsbrief  


 

Nieuwe Publicaties

Onderstaande publicaties zijn zolang de voorraad strekt, tegen verzendkosten te bestellen bij de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit: info@ruimtelijkekwaliteit.nl

  • Jaarverslag over 2022Jaarverslag over 2022

    In 2022 groeide de formatie van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en werden er tal van initiatieven genomen en activiteiten ontplooid. Financieel waren er de nodige tegenvallers.

    lees verder

  • Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige WoningbouwRuimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    Meer goede woningen op de korte termijn én blijvende ruimtelijke kwaliteit met elkaar verenigen is het doel van het traject Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    lees verder

  • Duurzame StadsgezichtenDuurzame Stadsgezichten

    De huizen in beschermde stadsgezichten worden ook verduurzaamd. Hoe is dat mogelijk zonder afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit en de erfgoedwaarde?

    lees verder

Federatie Ruimtelijke Kwaliteit